05-12-2006


Het succes van oorimplantaties is oorzaak van cultuuroorlog.

Rachel Novaks: NewScientist


Is het einde van gebarentaal voor dove kinderen in zicht? Een reeks recente studies toont aan dat dove babies die in hun eerste levensjaar een implantatie krijgen, taal en spraak ontwikkelen die merkbaar aanleunt bij de ontwikkeling bij horende kinderen. Veel van die kinderen leren ook aanvaardbare gebarentaal en functioneren bijna foutloos in de horende wereld.

Deze bevindingen klinken de audiologen en de horende ouders van dove babies misschien triomfalistisch in de oren. Maar ze overtuigen in het minst diegenen in de dovenmaatschappij die volhouden dat het onethisch is dove babies te implanteren.

“Het idee alleen om gezonde babies te opereren doet ons kokhalzen,” zegt Harlan Lane, psycholinguïst aan de Northeastern Universiteit in Boston. “Dove mensen argumenteren dat ze een andere taal gebruiken en daarbij ook een verschillende cultuur, maar er is zeker niets mis met hen dat door een chirurg met een scalpel zou moeten gerepareerd worden. We moeten naar hen luisteren.”

Sinds de cochleaire implantaten 20 jaar geleden commercieel beschikbaar waren, werden ze als een bedreiging gezien voor de taal en cultuur van diegenen die doof geboren zijn. De sterkste tegenstand was tegen het gebruik bij kinderen die anders zouden opgroeien als gebarentaalgebruikers. Tot onlangs waren er geen degelijke bewijzen dat implantaten bij alle kinderen betere kansen zouden creëren om een normale spraak en taal te ontwikkelen. Er bestond de vrees dat degenen die geïmplanteerd waren in een niemandsland zouden terecht komen en tot geen enkele wereld – noch de horende, noch de dove – zouden behoren.
Deze bezorgdheid is niet meer nodig door nieuwe onderzoeken. Vorige week werd in het Bionic Ear Institue in Melbourne, Australia, door een team geleid door Richard Dowell van de Universiteit van Melbourne, aangetoond dat 11 zwaar dove kinderen die een implant kregen voor de hun éérste verjaardag, een volledig normale taalontwikkeling hadden tot de leeftijd van 4 à 5 jaar. Die taalkennis werd getest met een batterij proeven, verstaanbaarheidtests, expressie en observatie van fraseren en gebruik van sleutelwoorden.

Hun taalontwikkeling was ook superieur aan 36 andere kinderen die geïmplanteerd waren op 1 of 2-jarige leeftijd. Dat suggereert dat hoe eerder geïmplanteerd, hoe beter. “ De kinderen hebben nog altijd geen normaal gehoor, maar ze hebben een normale taal. Ze kunnen converseren, grapjes maken, liegen, plagen – al die gewone dingen die 4-5-jarigen doen,” zegt teamlid Shane Dettman.

De bevindingen van het team worden bevestigd door andere onderzoeken, waaronder een van Johanna Nicholas van Washington University in SST Louis, Missouri, en Ann Geers van de University of Texas in Dallas. Het toont een dramatische verbetering van de taalkennis bij 78 zwaar dove kinderen op 3-jarige leeftijd, als ze hun implant maar kregen dichter bij de leeftijd van 1 jaar eerder dan dichter bij de 3 jaar.(Ear and Hearing, vol27, pagina 286)

De bevindingen zijn heel belangrijk omdat de kennis van gesproken taal de sleutel lijkt te zijn opdat kinderen volledig in de horende maatschappij kunnen integreren. Een aparte studie door Thomas Lenarz en Anke Lesinski-Schiedat van de Universiteit van Hannover in Duitsland vond dat een kind dat geïmplanteerd werd voor de leeftijd van 2 jaar, 7O% kans heeft om naar het gewoon onderwijs te gaan, vergeleken met 30% kans voor een kind dat zijn implant krijgt tussen zijn 2de en 4de jaar.

Geers gaat ermee akkoord dat de dove cultuur onder grote druk komt te staan, maar zegt “er is geen vijandigheid. Mensen doen dit opdat dove mensen in de horende wereld kunnen leven, trouwen met wie ze willen, en werken waar ze willen, en opdat horende ouders hun kinderen binnen hun eigen cultuur kunnen opvoeden. Maar het moet er voor de doven als een genocide uitzien.”

Tot we deze nieuwe bevindingen hadden, toonden implants alleen succes bij volwassenen die op latere leeftijd doof waren geworden. Niet bij de 1 op 2000 mensen die elk jaar doof worden geboren. De meerderheid van de doofgeborenen hadden hum implant gekregen op een latere leeftijd dan 3 jaar. Velen kunnen spraakverstaan, maar slechts enkelen hebben een normale spreektaal ontwikkeld. Dit suggereert dat ervaringen met taal vanaf jonge leeftijd nodig zijn om te gaten in de informatie die je van een implant krijgt, te vullen. Zelfs de technisch meest geavanceerde implant geeft het brein slechts een ruwe benadering van het signaal dat een gezond oor levert.

De nieuwe resultaten tonen aan dat heel jonge kinderen de ingewikkelde regels van taal kunnen leren door het gebruik van een cochleaire implant. Waarschijnlijk omdat een kinderbrein nog zo kneedbaar is.

Het originele artikel verscheen in nr 1579 van New Scientist op 23 november, p.16-17

http://www.newscientist.com/channel/health/mg19225795.000-ear-implant-success-sparks-culture-war.html

Geen opmerkingen:

Blogarchief